Ondersteuning Buurtcentra Capelle
Het thema Ondersteuning Buurtcentra Capelle is op verzoek van de fractie van de PvdA geagendeerd voor de gecombineerde commissievergadering DE/SOB. Tijdens deze vergadering is tegelijkertijd ook het onderzoeksrapport van Buurtkracht van september 2015 besproken. Hierna de bijdrage van de fractie van de PvdA in de discussie in de commissie met tot slot de resultaten daarvan.
Het onderzoek door Buurtkracht naar de behoefte van de buurtcentra aan professionele ondersteuning is uitgevoerd naar aanleiding van een in december 2014 door de raad aangenomen amendement van de fractie van de PvdA. Het amendement was ingediend na een noodkreet van buurtcentra De Fluiter en Buurtgroep Fascinatio over het wegvallen van de professionele ondersteuning en het gevolg daarvan voor de continuïteit van deze buurtcentra.
De PvdA is zeer erkentelijk dat het amendement in goed overleg met en met medewerking van de overige fracties en de wethouder is aangenomen. Hoewel een gang langs de diverse buurtcentra toen reeds leerde dat meerdere centra behoefte hebben aan ondersteuning was het amendement op dat moment het politiek haalbare.
Zoals gezegd was onderdeel van de uitvoering van het amendement het onderzoek van Buurtkracht naar de behoefte van buurtcentra aan professionele ondersteuning. Het gaat dus om een breder perspectief dan de noodkreet van De Fluiter en Wonderwereld Fascinatio. Het doel was dan ook te komen tot een structurele oplossing voor de toen reeds gebleken behoefte van de verschillende buurtcentra aan professionele ondersteuning.
Uit het onderzoeksrapport blijken een aantal conclusies en aanbevelingen. De PvdA onderschrijft niet alle aanbevelingen. Wij onderschrijven bijv. niet de aanbeveling om de Wop’s en de buurtcentra samen te voegen. Hier kom ik straks op terug.
Het rapport concludeert dat er tussen de buurthuizen overeenkomsten zijn maar ook grote verschillen.
Grote overeenkomst is dat bewoners zelf activiteiten organiseren die in hun buurthuis plaatsvinden.
Grote verschil is dat de aard van de buurthuizen verschillend is. Dit wordt sterk bepaald door de leefbaarheid in de buurten. In buurten waar sprake is van veel achterstandsproblematiek werkt dit door in de buurtcentra. Zowel aan de organisatorische kant (vrijwilligers) als aan de bezoekerskant (buurtbewoners)
Buurtcentra vervullen een belangrijke ontmoetingsrol. Belangrijk hierbij is dat er een sterke organisatie aanwezig moet zijn. Dat is ook wat met het amendement werd beoogd. Sterke, levensvatbare buurtcentra.
De onderzochte buurthuizen zien zichzelf als een gastvrije ontmoetingsplek voor en door de bewoners.
Hiermee ben ik gekomen bij de twee belangrijkste aspecten.
De positionering van de buurtcentra in het Sociale domein
- De continuïteit en de daarbij horende professionele ondersteuning
Uit het voorgaande blijkt reeds de belangrijke ontmoetingsrol van de buurtcentra. Ik verwijs hiervoor tevens naar de notitie van de Capelse zorgaanbieders van 5 maart 2014: Invulling en inbedding van ‘ontmoeting’ in Capelle aan den IJssel, de ideeën van de Capelse aanbieders op een rij. Daarin wordt geconcludeerd dat de laagdrempelige ontmoetingsvoorzieningen een uitstekende basis zijn om een breed scala aan andere WMO-doelstellingen te integreren en op aan te haken. Ontmoeting wordt gezien als een belangrijk fundament voor de sociale infrastructuur en integraal onderdeel van de WMO-praktijk. De PvdA onderschrijft deze visie op buurthuizen en is van mening dat bewoners hierdoor de mogelijkheid wordt geboden tot het bouwen van sociale contacten en hun sociaal netwerk. De PvdA adviseert dan ook vast te stellen dat
- De laagdrempelige, uitnodigende en uitdagende ontmoetingsplekken, zoals de buurtcentra, een belangrijk onderdeel zijn van het WMO-beleid.
Het onderzoeksrapport concludeert dat alle besturen van de buurthuizen aangeven dat de continuïteit voor hen een belangrijk aandachtspunt is. Van belang is het behouden, werven en begeleiden van vrijwilligers. Verder blijkt uit het onderzoeksrapport dat de behoefte aan ondersteuning min of meer varieert met de aard van de buurt(centra). Dat er in breder perspectief bij alle buurthuizen behoefte is aan ondersteuning is evident. Hoewel de PvdA van mening is dat dit reeds uit dit onderzoeksrapport blijkt kan wellicht nader onderzoek de behoefte aan en de aard van ondersteuning per buurthuis specifiek in kaart brengen. Gezien de reeds onmiskenbare behoefte aan professionele ondersteuning adviseert de PvdA om bij Buurtkracht c.q. de Stichting Welzijn Capelle ondersteuningscapaciteit beschikbaar te stellen welke capaciteit aansluit bij de behoefte van de buurtcentra.
Tot slot nog enkele opmerkingen
Eerder in mijn betoog gaf ik aan dat de PvdA geen voorstander is van het samenvoegen van de Wop’s en de Buurthuizen. Uit het voorgaande moge duidelijk zijn waarom niet. De positionering van de buurthuizen in het Sociale domein in het kader van het WMO-beleid is vooralsnog een andere dan de positionering van de Wop’s in de doorontwikkeling van het wijkgericht werken. Het samenvoegen doet beide entiteiten verstrikken en verzanden in een ingewikkelde discussie die wij hen op dit moment niet moeten willen laten voeren.
Verder verbaast de PvdA zich over het ambtelijk advies dat de extra ondersteuning in 2015 van buurtcentra De Fluiter en Fascinatio niet heeft geleid tot zelfstandige buurtcentra en dat daarom het huidige beleid van ondersteuning door Buurtkracht moet worden voortgezet.
Voor de PvdA een onbegrijpelijke conclusie en een onbegrijpelijk advies.
Ten eerste was met het amendement nooit en te nimmer beoogd om met de extra ondersteuning in 2015 te komen tot zelfstandige buurtcentra. Dat is immers een utopie. Beoogd werd, zoals in het amendement verwoord, te komen tot sterke en levensvatbare buurtcentra die hun rol kunnen pakken in het Sociale domein met de extra ondersteuning in 2015 als overbrugging. Tegelijkertijd diende onderzoek te worden gedaan naar de bredere behoefte aan ondersteuning zodat het college uiterlijk bij de Najaarsnota 2015 een voorstel kon doen voor een structurele oplossing. Het voortzetten van het huidige beleid aan ondersteuning impliceert geen ondersteuning. Die ondersteuning is immers beëindigd in 2013 dan wel met het beëindigen van BMU (2014).
Intussen stevenen wij af op de Voorjaarsnota 2016 terwijl de behoefte aan professionele ondersteuning ook in 2016 evident manifest is. De PvdA heeft er alle vertrouwen in dat de wethouder, gezien het nog te verrichten onderzoek en te ontwikkelen visie op buurthuizen in elk geval uiterlijk bij de Najaarsnota 2016 komt met een voorstel tot structurele oplossing. Echter, in die tussentijd mogen wij de buurthuizen en de vele vrijwilligers niet in de kou laten staan. De PvdA vraagt daarom aan de wethouder om tot dat moment de vrijwilligers en de bewoners in de buurthuizen ook voor de rest van het jaar 2016 extra te ondersteunen.
Resultaten van de gecombineerde commissievergadering.
In de gecombineerde raadscommissie DE/SOB van 7 maart is op voorstel van wethouder Hartnagel (die buurtcentra weer in haar portefeuille heeft) de volgende afgesproken:
1) Er wordt een visie ontwikkeld op buurthuizen, wat is de functie daarvan, wat willen we daarmee. De visie wordt gemaakt in samenwerking met de buurtcentra (‘interactief’), en moet gereed zijn voor de najaarsnota 2016. Door de raadsleden werd gezocht naar het doel van de buurthuizen, een aantal zocht het in de functie van ontmoeting en sociale contacten, benadrukt werd verder dat de buurtcentra heel verschillend zijn.
2) Voor 2016 komt er een ‘vliegende buurtkeep’, die ondersteuning kan bieden aan besturen van buurtcentra zodat ze in 2016 hun werk kunnen voortzetten. Benadrukt werd dat dit maatwerk wordt gezien de verschillen in behoeften van buurcentra. In het programma van de nieuwe welzijnsstichting wordt vanaf 2017 afhankelijk van de uitkomst van de visiediscussie ondersteuning opgenomen.
Punt van discussie was verder de relatie van buurtcentra en WOP’s. Wethouder Meuldijk benadrukte dat samenwerking van belang is, maar fusie is geen verplichting. Hij ziet een belangrijke rol van buurthuizen bij sociale veiligheid.
De pilot in Schenkel loopt twee jaar, daarna vindt evaluatie plaats. In de pilot gaat het om de rol van het WOP als bestuur van buurthuis de Wel, de samenwerking met het Plein voor Zorg en Welzijn, de verbreding van het terrein van het WOP naar het sociale domein en de rol in sociale veiligheid, (er komt dit jaar een werkconferentie over veiligheid), en ‘het opgavegericht werken’.
De vergadering stelde vast dat het ontwikkelen van een visie op buurtcentra niet wacht op de evaluatie van de pilot Schenkel. Het zijn dingen die naast elkaar staan.